Voor gevelbekleding wordt vaak gebruik gemaakt van niet maatvast hout. De (industriële) afwerking daarvan dient daarom te bestaan uit een niet- of semi-filmvormende coating (ook wel beits of stain genoemd). Dergelijke systemen beschermen het hout, zijn dampopen en bladderen niet af. De verffilm degenereert langzaam en verdwijnt zonder nabehandeling tussen de 5 en 10 jaar. Wat overblijft is een egaal vergrijsde natuurlijke houten gevel. Wie langer wil genieten van de orginele uitstraling van de gevel dient het verfsysteem periodiek te onderhouden. De opbouw en kwaliteit van het industrieel aangebrachte systeem is daarbij mede bepalend voor de latere onderhoudskosten. Systemen worden opgebracht conform voorschriften van de verffabrikant.
Wanneer de toegepaste houtsoort daarvoor geschikt is kan deze voorafgaand aan het aanbrengen van het verfsysteem ook nog vacuüm-druk brandvertragend worden geïmpregeneerd conform NEN-EN 13501 klasse B-s2-d0 of worden voorgespoten met een brandvertrager voor het bereiken van klasse C-s2-d0. Houtproducten die vacuüm-druk met vlamvertragers zijn behandeld worden altijd geforceerd teruggedroogd en machinaal gereinigd voordat een beschermende en verfraaiende beits wordt aangebracht. Ook is het mogelijk de geïmpregneerde houtproducten kleurloos na te behandelen met een zogenaamd hydrofobeermiddel. Een dergelijke coating is na uitharding niet of nauwelijks zichtbaar en vormt een waterafstotende barriere op het houtoppervlak.
Wanneer vergrijzing niet gewenst is kan additioneel nog worden voorbehandeld met een impregneermiddel dat een extra beschermingsfactor tegen de zon biedt. In combinatie met een (semi-)transparante beits waarin UV-blockers zijn verwerkt biedt dit de beste bescherming om gevelbekleding de orginele uitstraling te laten behouden.
